{{ shop.id }}
Door het gebruiken van onze website, ga je akkoord met het gebruik van cookies om onze website te verbeteren. Dit bericht verbergen Meer over cookies »
One of the world's top 10 piercing and tattoo studio’s

Het begin van de tattoo-kunst

30 Juni 2017
PiercingsWorks
PiercingsWorks
Expert
Leer waar de kunst van het tatoeëren zijn oorsprong vond en hoe deze door de jaren heen evolueerde.

 

In tegenstelling tot architectuur, beeldende kunst en vergelijkbare vormen van expressie, is de kunst van het tatoeëren moeilijk te dateren omdat het weinig archeologische overblijfselen achter laat. Tattoos leven en sterven met hun dragers, terwijl het gereedschap voor tatoeëren door zijn kleine omvang en vergankelijkheid zelden worden gevonden in hun oorspronkelijke staat. De archeologie verwerpt vaak ook dat ornamentele decoratie op de oppervlakken van een prehistorische beelden eigenlijk een verbeelding is van tattoos. De oorzaak van dit gedrag is waarschijnlijk dat de meeste erkende archeologen zijn opgegroeid in overwegend kleinburgerlijke gemeenschappen die zich schamen voor hun barbaarse afkomst, en ze dus liever negeren. Dit heeft een populaire misvatting als resultaat, namelijk dat tatoeages van oorsprong uit wilde stammen komt die leven op exotische locaties, bedekt door de jungle. Het is een feit dat tattoo-kunst bloeide bij onze voorchristelijke overgrootvaders, samen met vele andere gebruiken, waar de moderne geciviliseerde wereld van walgt. Charles Darwin heeft nog geschreven: “Er is geen natie op de planeet die dit fenomeen niet kent.”

 

De oudste gevonden archeologische sporen die duiden op tatoeëren zijn ongeveer 12.000 jaar oud. Het draait hier om de eerdergenoemde beeldjes met verbeelding van tatoeages. Het eerste onweerlegbare bewijs komt van de bevroren, 5400 jaar oude getatoeëerde mummie Ötzi, die in de Alpen is gevonden tussen Oostenrijk en Italie. Na hem is er een reeks jongere mummies gevonden in graftombes op de Russische steppen, alsmede getatoeerde mummies in Egypte en omschrijvingen van Griekse, Romeinse en Egyptische historici.

 

In tegenstelling tot architectuur, beeldende kunst en vergelijkbare vormen van expressie, is de kunst van het tatoeëren moeilijk te dateren omdat het weinig archeologische overblijfselen achter laat. Tattoos leven en sterven met hun dragers, terwijl het gereedschap voor tatoeëren door zijn kleine omvang en vergankelijkheid zelden worden gevonden in hun oorspronkelijke staat. De archeologie verwerpt vaak ook dat ornamentele decoratie op de oppervlakken van een prehistorische beelden eigenlijk een verbeelding is van tattoos. De oorzaak van dit gedrag is waarschijnlijk dat de meeste erkende archeologen zijn opgegroeid in overwegend kleinburgerlijke gemeenschappen die zich schamen voor hun barbaarse afkomst, en ze dus liever negeren. Dit heeft een populaire misvatting als resultaat, namelijk dat tatoeages van oorsprong uit wilde stammen komt die leven op exotische locaties, bedekt door de jungle. Het is een feit dat tattoo-kunst bloeide bij onze voorchristelijke overgrootvaders, samen met vele andere gebruiken, waar de moderne geciviliseerde wereld van walgt. Charles Darwin heeft nog geschreven: “Er is geen natie op de planeet die dit fenomeen niet kent.”


De oudste gevonden archeologische sporen die duiden op tatoeëren zijn ongeveer 12.000 jaar oud. Het draait hier om de eerdergenoemde beeldjes met verbeelding van tatoeages. Het eerste onweerlegbare bewijs komt van de bevroren, 5400 jaar oude getatoeëerde mummie Ötzi, die in de Alpen is gevonden tussen Oostenrijk en Italië. Na hem is er een reeks jongere mummies gevonden in graftombes op de Russische steppen, alsmede getatoeëerde mummies in Egypte en omschrijvingen van Griekse, Romeinse en Egyptische historici.


Het begin van de tattoo-kunst is onmogelijk te bepalen omdat het zich ook onafhankelijk heeft ontwikkeld in zelfs de meest afgelegen uithoeken van de planeet. In de moderne tijd zijn er veel ‘erkende’ artikelen geschreven die beschrijven dat het verschijnen van de tattoo-kunst uitsluitend toe te wijzen is aan religieuze, subculturele en tribale groepen. Daarbij wordt er niet zelden geïmpliceerd dat dat een gevolg is van deviant, immoreel en asociaal gedrag, of zelfs van psychische labiliteit. Wetenschappers die dergelijke resultaten openbaar maken, baseren hun theorieën op eerdere publicaties van psychiaters, die op hun beurt handelden in dienst van Europese grootmachten om hun gedrag op het gebied van koloniale politiek te rechtvaardigen. Inheemse bevolkingen werden afgebeeld als wilden met een mentale achterstand, die niet in staat zijn hun eigen land te besturen, waardoor ze mentaal superieure Europeanen nodig hadden als redders en elite. Vrijdenkende dissidenten die het lef hadden er anders uit te zien en om anders te denken dan de volksmassa’s zijn ook in dienst van totalitaire politiek uitgeroepen tot gekken en excentriekelingen. Zo konden ze hen makkelijker de mond snoeren en opsluiten. Het is een interessant gegeven dat de onderzoeken die deze resultaten ondersteunen, werden uitgevoerd in gevangenissen en psychiatrische instellingen in de negentiende eeuw, dus is het redelijk duidelijk waarom alle ondervraagden gekken en criminelen waren. Hedendaagse verkeerde opvattingen over tatoeages zijn ook een gevolg van het onder de mat schuiven van het feit dat tatoeages ook een teken konden zijn van een hoge maatschappelijke rang, verdiensten en tribale kenmerken.

 

 Lees meer: Traditionele tattoo-kunst